Wat doen oorlog en vervolging met mensen?

Interview met behandelaar Joy Oonk

Joy Oonk behandelt voor ARQ Centrum'45 vooral mensen met psychische klachten door de Tweede Wereldoorlog. Er is tijdens en na een oorlog vooral veel aandacht voor de materiële schade en het aantal doden en gewonden. Relatief weinig gaat het over de psychische schade, terwijl die zoveel langer voortduurt. Dat geldt voor de levens van de eerste generatie, maar ook voor die van de tweede en soms zelfs de derde generatie.

Na de Tweede Wereldoorlog was er vooral aandacht voor wederopbouw en probeerde men het gebeurde te vergeten. Joy: “Bij velen uit de eerste generatie lijkt aanvankelijk nauwelijks iets aan de hand, zo succesvol zijn ze aan het leven. Opvallend is dat klachten vaak pas later in hun leven optreden. De eerste generatie die wij nu nog in behandeling hebben, bestaat uit tachtigers. Afnemende cognitie en dementie gaan een rol spelen. Het verleden komt naar voren en kan niet meer weggedrukt worden. Zoals een dochter van een van hen zei: ‘Mijn vader praatte nooit ergens over. Nu praat hij nergens anders meer over’.” 

"Kinderen voelen dat er 'iets is' met hun ouders."

Marjolein Dalhuisen met foto van vader Reinier Dalhuisen, verzetsstrijder
Marjolein Dalhuisen met foto van vader Reinier Dalhuisen, verzetsstrijder

Kinderen van oorlogsgetroffenen

Toch voelen veel kinderen dat er ‘iets is’ met hun ouders. Joy: “Ze leren al jong dat ze geen vragen moeten stellen over de oorlog. Ze proberen te voorkomen dat hun ouder getriggerd wordt, maar dat kan niet altijd. Triggers kunnen van alles zijn: een life event, een overlijden, een film of boek, een ontmoeting. De ouder kan dan explosief reageren, of juist vreselijk angstig worden en niet meer naar buiten durven. Natuurlijk geldt dit niet voor alle oorlogsgetroffenen uit de eerste generatie. Veel mensen beschikken over een enorme veerkracht. Maar degenen die wij bij ARQ Centrum'45 zien, zijn getraumatiseerd. In de hechting van kinderen van oorlogsgetroffenen is vaak veel misgegaan. Ouders zijn nog dusdanig bezet door hun eigen ervaringen dat ze er maar beperkt voor hun kinderen zijn. Kinderen krijgen vaak last van angsten en gevoelens van onveiligheid. Vaak ook gaan ze heel erg voor hun ouder zorgen, waardoor ze niet meer aan hun eigen behoeften toekomen.” 

Ria Boxtart met foto van vader Josef Boxtart, verzetsstrijder
Ria Boxtart met foto van vader Josef Boxtart, verzetsstrijder

"Grootouders willen onderhand ook praten."

Kleinkinderen willen weten wat er is gebeurd

De doorwerking van de oorlog is ook bij de derde generatie nog merkbaar. Joy: “Die willen weten er precies gebeurd is. Ze staan vrijer ten opzichte van de geschiedenis. Ze gaan met hun opa en oma praten en vragen wat de tweede generatie niet durfde te vragen. Voor de grootouders komt dat eigenlijk heel goed uit, want die willen onderhand ook praten. En ze hoeven niet meer sterk te zijn in de ogen van hun eigen kinderen. Het is het in bescherming nemen wat hen deed zwijgen.” 

Beeld uit minidocumentaire 'Leven met Oorlog'
Beeld uit minidocumentaire 'Leven met Oorlog'

Getroffenen stimuleren hun leven op te pakken 

“Bij ARQ zijn we uniek in Nederland omdat de problematiek in de geschiedenis wordt geplaatst, niet alleen in de persoon. Toen ik acht jaar geleden bij ARQ begon, was het een plek met ‘gasten’, geen patiënten. Deze gasten werden niet behandeld, maar er werd ‘een veilige omgeving voor hen gecreëerd’. In de afgelopen jaren heeft er een cultuuromslag plaatsgevonden. ARQ Centrum’45 is nu meer een behandelinstituut geworden met patiënten, geen gasten. Maar nog steeds met aandacht voor de context waarin de klachten zijn ontstaan: het gezin, de maatschappij. De laatste jaren hebben we ook de draai gemaakt naar dat we zeggen: hoe kun je het gebeurde verwerken zonder in de slachtofferrol te blijven steken? We hebben geleerd om ook verantwoordelijkheid bij de patiënten te leggen om eruit te komen, hun leven op te pakken.” 

 

Kijktips

Serie Kinderen van Verzetsdeelnemers, project uit 2019

Minidocumentaire Leven met Oorlog